Den Haag Koninklijk
Conservatorium
thans: Wihr-au-Val, St. Martin (Elzas)
1956 - Alfred Kern
1995 - Richard Dott
III/27 (30) - mechanisch
De foto’s betreffen de huidgie lokatie van het orgel in
Wihr-au-Val
FRANSE ORGELS IN NL © Vincent Hildebrandt
Tussen 1917 en 1920 bouwde Charles Mutin een "orgue
de salon" voor Claude Duboscq (1897-1938), componist
en humanist. Het werd geïnstalleerd in de residentie van
Duboscq in Onesse-et-Laharie (Landes), en ingehuldigd
op 21/01/1920. Na zijn dood werd het orgel verkocht aan
de Nederlandse componist Marius Monnikendam (1896-
1977), die het in bruikleen gaf aan het Koninklijk
Conservatorium in Den Haag, waar het in 1942
geïnstalleerd werd in de concertzaal.
Toen Monnikendam in 1952 in grote financiële
moeilijkheden kwam, moest hij het instrument tot zijn
grote verdriet verkopen. De parochie van de St. Martin te
Wihr-au-Val (Elzas) kocht het instrument aan en
Monnikendam assisteerde bij de remontage, geholpen
door drie Nederlandse ambachtslieden en twee Parijse
orgelbouwers: Jean Hermann en Jean Perroux. Deze
laatste was belast met harmonisatie. Bij één van zijn
terugkomsten uit Afrika woonde ook Albert Schweitzer
het werk bij. Het orgel werd ingehuldigd op 28/08/1955.
Schweitzer, die helaas niet bij de inauguratie kon zijn, had
het orgel een paar dagen eerder, bijna incognito, bezocht
met een Amerikaanse vriend. Hij presenteerde het hem
als "een van de mooiste instrumenten in de regio". Op
18/09/1955 gaf Albert Schweitzer in Wihr-au-Val het
laatste concert van zijn leven.
Omdat het orgel toch niet bevredigend functioneerde,
werd de hulp van Alfred Kern ingeroepen, die vervolgens
(in 1955-1956) de winddruk verlaagde, de mensuren
aanpaste en een herintonatie uitvoerde. Op verzoek van
Schweitzer werd tevens een 16' Fluit aan het Pedaal
toegevoegd en een Mixtuur III aan het Grand-Orgue.
Waarschijnlijk werd toen ook de Basson-Hautbois van het
Positief uitgewisseld met de Soprano harmonique
(Hautbois 4') van het Récit en werd de zwelkast rond het
Positief verwijderd.
In 1995 voerde Richard Dott (Sélestat) een restauratie uit,
waarbij de oorspronkelijke dispositie werd hersteld.
Bron
Dispositie
Grand Orgue (C-g
3
)
Bourdon 16'
Montre 8'
Bourdon 8'
Flûte harmonique 8'
Violoncelle 8'
Principal 4'
Quinte 2'2/3
Mixture 3 rgs
Positif (C-g
3
)
Cor de nuit 8' (Bouché)
Salicional 8' (Freins-rouleaux en bois)
Flûte conique 8' (Cylindrique ; entailles de timbre)
Flûte douce 4'
Conique
Quinte 2'2/3
Flageolet 2'
Tierce 1'3/5
Basson/Hautbois 8' (Spotted)
Récit Expressif (C-g
3
)
Flûte traversière 8'
Viole de gambe 8'
Voix céleste 8'
Flûte octaviante 4'
Octavin 2'
Plein-jeu 3 rgs
Basson 16'
Trompette 8'
Hautbois 4' ("Soprano harmonique 4'")
Pédale (C-f
1
)
Flûte 16'
Soubasse 16'
Quinte 10'2/3 (Extension de la Soubasse)
Basse 8' (Extension de la Soubasse)
Flûte 4' (Extension de la Soubasse)
•
I/I - II/I - III/I 16' - III/I - III/I 4'
•
P/P Appel pédale - I/P - II/P - III/P
Audio
Dank aan Victor Weller voor de ontdekking van dit
instrument en de foto’s.
FRANSE ORGELS IN NL © Vincent Hildebrandt HOME